De Europese Unie heeft haar tarieven voor elektrische voertuigen die in China zijn gebouwd gewijzigd. Deze stap is bedoeld om oneerlijke economische voordelen en zorgen over staatssteun aan te pakken. De herziene tarieven zullen de winsten van sommige autofabrikanten doen stijgen, waarbij Tesla een aanzienlijk voordeel ziet.

De EU heeft vandaag aangekondigd dat ze de tarieven verlaagt voor verschillende fabrikanten die hun elektrische auto's in China maken. Tesla krijgt de grootste korting: het tarief daalt van 20,8% naar slechts 9%. De EU zegt dat Tesla minder staatssteun heeft ontvangen dan andere bedrijven die auto's bouwen in China. Er is echter nog steeds enige bezorgdheid dat Tesla batterijen krijgt tegen prijzen die lager zijn dan de marktprijzen.

De EU ontdekte dat Chinese autofabrikanten op verschillende manieren hulp kregen van hun overheid. Ze kregen goedkope grond, subsidies en leningen met goede voorwaarden. Dit gaf hen een oneerlijk voordeel ten opzichte van Europese autofabrikanten.

Andere automerken zagen ook veranderingen in hun tarieven. Voor BMW's elektrische Mini en Cupra's Tavascan werden beide tarieven verlaagd van 37,6% naar 21,3%. Aanvankelijk hadden deze merken het hoogste tarief omdat de EU dacht dat ze niet meewerkten. Nu wil Seat, dat eigenaar is van Cupra, dat de EU het tarief nog verder verlaagt.

Chinese merken kregen niet zo veel korting. BYD's tarief ging iets omlaag van 17,4% naar 17%. Geely's tarief daalde van 19,9% naar 19,3%. SAIC zag zijn tarief van 37,6% naar 36,6% gaan.

De EU voerde deze tarieven voor het eerst in juli in. Ze wilden het speelveld gelijk maken omdat Chinese autofabrikanten te veel hulp kregen van hun regering. De EU onderzocht alle manieren waarop China zijn autofabrikanten hielp voordat ze deze veranderingen doorvoerde.

Deze stap van de EU zal de markt voor elektrische auto's flink opschudden. Het zal voor sommige merken makkelijker worden om hun in China geproduceerde auto's in Europa te verkopen, terwijl anderen nog steeds moeite kunnen hebben met de kosten.

Bron: Reuters